Gaat Cees Stienstra echt stoppen?

Bem-circle nr. 3 juni 2021

Bandenhandel in Augustinusga doet inzameling over aan TRI

Cees Stienstra (69) probeert stapje terug te doen...

Cees Stienstra gaat het wat rustiger aan doen. Althans, dat heeft de markante 69-jarige Fries beloofd aan zijn vrouw, die met gezondheidsproblemen kampt. Maar of het ervan komt? De BEM-bandeninzameling heeft hij inmiddels overgedaan aan collega TRI in Leeuwarden. "Maar ik heb nog duizenden banden liggen afkomstig van niet-BEM inzamelingen, die moeten wel weg. En ik heb ook mijn export nog en dan zijn er ook nog de banden die ik wekelijks van een aantal grote slopers krijg. We gaan verhuizen naar een leuke recreatiewoning, maar of ik de rust heb om stil te zitten?"

Cees Stienstra is wijd en zijd bekend van zijn Bandenhandel Stienstra, dat hij al sinds 1994 met vrouw en dochter en enkele parttimers runt in het Friese Augustinusga. Het bedrijf heeft een serviceafdeling voor personenauto's en een aparte afdeling voor trucks. De inzameling in het kader van de BEM, het schrotdepot en de exportafdeling completeren het bedrijf aan de It West 19 in de Friese plaats. "Ik heb het niet alleen opgebouwd", benadrukt de ondernemer. "Mijn vrouw heeft tot haar 63ste jaar hard meegewerkt met inkoop en verkoop van banden en zelfs met montage en uitlijnen."

De ondernemer rolde in de bandenhandel langs talloze tussenstappen, want hij is een man met vele talenten en interesses. "Ik ben poelier geweest, ik heb in de autohandel gezeten en in kleinvee. Als achttienjarige bracht ik kippen van mijn vaders kippenhandel naar Italië. Ik heb zelfs nog lange tijd in de botenhandel gezeten: bootje kopen, opknappen en verkopen, dat werk. Een ondernemend type? Ik doe graag van alles. Een beetje van dit, een beetje van dat."

Mouwen opstropen

En Cees Stienstra is ook niet bang om de mouwen op te stropen. Eén van zijn sterke – maar waargebeurde – verhalen gaat over een van zijn klanten die geld tegoed had van een afnemer in het West-Afrikaanse staatje Benin. Cees, destijds wat jonger, stemde in met het plan om het geld samen te gaan halen. "Met de auto, via Italië, Tunesië en Algerije, door de Sahel, naar Benin. Toen we daar aankwamen hebben we de afnemer bij de oren gepakt en leeggeschud, maar er kwam weinig geld uit. Al met al waren we wat langer van huis dan de geplande drie weken: het werden er zeven."

Een neus voor handel en hard werken. Zo bouwde hij ook Bandenhandel Stienstra uit tot wat het nu is. "Ik ben deze handel begonnen toen ik op mijn 43ste werd afgekeurd om te werken, vanwege een vergroeiing in mijn rug. Ik heb mijn bedrijf altijd naar buiten toe 'een hok met banden' genoemd, ik maakte het nooit mooier of groter dan het is. Ik vind de handel het mooiste wat er is. Het contact met de mensen, het zorgen dat iemand je spullen koopt en dat je er dan wat aan overhoudt: ik vind dat mooi!"

Stoppen gaat niet zo makkelijk

"Mijn vrouw, die kampt met hartfalen, wil dat ik stop. Maar ja, dat gaat niet zo makkelijk. De stap om de inzameling van personenautobanden bij garagebedrijven over te doen aan TRI was al een lastige. Ik heb nog steeds veel werk aan de sloperijen waar ik zaken mee doe. Die zijn zomaar goed voor duizenden banden per week. Ik probeer een stapje terug te doen, maar ik kan er ook maar lastig afstand van nemen. Ik werkte tot vorig jaar elke dag twaalf uur. Tegenwoordig probeer ik het in acht uur te doen. Het moet, ik heb het beloofd."

Stoppen met werken is moeilijk. Privé wat minder hooi op de vork nemen evenzeer, meldt Stienstra die binnenkort met zijn vrouw zijn prachtige woning in Kootstertille verruilt voor een recreatiewoning. "Ik doe dat met tranen in de ogen, want ons nieuwe huis is even groot als de woonkamer van onze oude woning."

RecyBEM: waken over spelregels

Na zo veel jaar ondernemen in afgedankte banden heeft Stienstra zijn gedachten bij het inzamelingsproces en bij RecyBEM. Hij vindt het belangrijk dat er een partij is die waakt over de spelregels en over een eerlijk proces. "Als je als inzamelaar professioneel mee wilt doen, dan moet je het goed doen en meedoen in de BEM-structuur. Ik heb in de loop van de jaren nooit grote problemen gehad, het was altijd goed geregeld." Hij had wel graag gezien dat de inzamelingsvergoeding hoger was geweest.

Daarbij wil Stienstra nog wel iets kwijt. "Wij doen het in Nederland goed met de bandeninzameling, misschien slaan we iets door in de details. Ik heb mijn leven veel gereisd in Afrika en ik heb gezien hoe veel milieuwinst daar nog te behalen is, met relatief weinig inspanning. Terwijl wij in Nederland op de millimeter werken, zouden we eigenlijk al die vuilnisbelten in Afrika moeten aanpakken waar elke dag banden worden verbrand."

Gambia, Ghana en nog een handeltje?

Om de eerder opgeworpen vraag te beantwoorden, of Cees Stienstra er in zal slagen om stil te zitten? "Ik wil nog een keer naar Gambia. En misschien nog een keer naar Ghana, waar ik tien jaar geleden met eigen middelen een school en opvanghuis voor vrouwen heb opgezet. Daar krijgen vrouwen een naaimachine en een jaar gratis naailes, om zichzelf een inkomen te verschaffen. Ik heb op mijn reizen veel armoe gezien en ik wil daar op mijn manier iets aan doen." En intussen blijft de handel Cees Stienstra boeien. Ook als hij over een tijdje met zijn vrouw in de zon bij zijn recreatiewoning koffie drinkt. "Ik verzin wel weer iets om te doen. De handel blijft trekken."