Robert de Ruijter: Samen bijdragen aan de broodnodige ‘next step’

BEM-circle december 2020

Door: Arjen van der Sar

Robert de Ruijter, directeur van DRI Rubber, besloot deel te nemen aan het MOOIER-consortium omdat de beschikbaarheid van hoogwaardig gerecycled rubber van auto-banden (ELT) een beter alternatief kan bieden voor het gebruik van nieuwe grondstoffen. Het MOOIER-consortium is officieel nog 'in oprichting', de formaliteiten worden nog afgerond. De Ruijter spreekt zich uit over zijn motieven om mee te doen en over zijn verwachtingen.

DRI Rubber verwerkt per jaar 40.000 ton afvalrubber uit de bandenindustrie en noemt zichzelf wereldleider in hoogwaardige circulaire rubber-producten en oplossingen voor de banden en rubberindustrie. Het Waalwijkse bedrijf is sterk in de ontwikkeling van onder meer vezelversterkte rubber compounds, die het onder de merknaam FRC® op de markt brengt. Het bedrijf heeft met deze producten succes in de industrie dankzij de consistent hoge kwaliteit die geschikt is voor zware toepassingen zoals massieve industriële banden.

DRI Rubber heeft bovendien een divisie voor eindproducten, LRP Solutions, die circulaire rubberproducten produceert voor zware toepassingen zoals de landbouw, zware industrie en mijnbouw. LRP heeft de DRI-rubbertechnologie en -materialen in haar oplossingen geïntegreerd. Het nieuwste succes: kwalitatief zeer hoogwaardige agrarische matten van hergebruikt rubber.

Waarom doet DRI Rubber mee in MOOIER?

"Wij zijn sterk in het upcyclen van ongevul-kaniseerd rubberafval. Wij leveren hoogwaardige, circulaire rubbermaterialen als alternatief voor virgin rubber compounds. Door het opwerken van het rubberafval uit de bandenindustrie en het verminderen van het gebruik van nieuwe grondstoffen bij onze klanten, verlagen we de ecologische voetaf-druk, alsmede de kosten van de rubberindustrie. Als we daar meer vooruitgang in willen boeken, zullen we moeten samenwerken", zo verwoordt De Ruijter zijn motieven om 'in te stappen'.

"In veertig jaar tijd zijn al heel veel technologieën losgelaten op afgedankte autobanden. Het kost geld om ze echt van de grond te laten komen, om vanuit de labfase aan schaalgrootte te gaan werken. Het verder doorontwikkelen van goede technologie moet nu prioriteit krijgen. Ik heb de hoop dat binnen twee jaar grotere hoeveelheden hoogwaardig rubber uit autobanden beschikbaar gaan komen. Daar kunnen wij mooie toepassingen mee ontwikkelen en verwerken in onze compounds en eindproducten."

Wat moet er gebeuren?

Het consortium MOOIER is in de beleving van De Ruijter een ecosysteem van belang-hebbende bedrijven "die allemaal kunnen bijdragen aan die broodnodige 'next step'." "Wij zijn al kind aan huis bij een zestigtal bandenfabrieken wereldwijd die wij ontzorgen door de rubber restmaterialen uit de productie – het afval – af te nemen en te verwerken in nieuwe producten. Dat doen wij nog niet met de banden. Als daar een technische verwerkingsoplossing voor zou bestaan die kwaliteit garandeert op een behoorlijke schaalgrootte én het uiteindelijke rubbermengsel niet degenereert, dan zou dat een game changer zijn. Het rubber van de banden zouden we dan graag in onze eindproducten verwerken."

Waar staan we?

"Op dit moment worden personenwagenbanden vooral vermalen tot granulaat dat in bijvoorbeeld kunstgrasvelden wordt verwerkt. Voor echt hoogwaardige toepassingen moet je gaan devulkaniseren. Bij truckbanden is zowel het reclaimen als devulkaniseren reeds ontwikkeld en bekend. Personenwagenbanden brengen technische beperkingen door het grote aandeel synthetische rubber. Daar is dit MOOIER-project voor: die technologie opschalen."

Wat is het verschil met al die andere opschalingspogingen die in de afgelopen veertig jaar zijn gedaan?

"Dat is dat we de bandenindustrie voor het eerst mee hebben. Dat maakt een verschil. Dat zijn de grootste belanghebbenden, zij kunnen de grootste monostromen aanleveren. Zij kunnen de kwaliteit en uniformiteit van het invoermateriaal waarborgen – wat niet het geval is als je banden van de consumentenmarkt haalt. Wij geloven in het identificeren van de aanvoerstromen. Als we aan de slag kunnen met het herverwerken van rubber uit de afgekeurde banden van de fabrikanten, dan heb je daarmee al een gigantische stroom te pakken."

De Ruijter heeft weinig vertrouwen in het substantieel herverwerken van gerecyclede banden in nieuwe autobanden. "Wij geloven heilig in de toepassing in andere producten dan autobanden. Daar zit ook onze expertise."

Wat gaat MOOIER brengen en wat draagt u bij?

"Het consortium MOOIER gaat voor kruis-bestuiving en uitwisseling van kennis zorgen. Dat is, voordat MOOIER feitelijk is gestart, meteen al begonnen. Zo hebben wij zeer onlangs voor het eerst vertegenwoordigers van Universiteit Twente en Hogeschool Windesheim op bezoek. Dat was nuttig en leerzaam – de bezoekers vonden het jammer dat ze niet tien jaar eerder waren gekomen. Wij zijn van de praktijk, de wetenschappers kunnen bijdragen als het om ontwikkeling van technologie gaat. Zij hebben de wetenschappelijke bagage, wij hebben de kennis van afvalstromen en hoe je die kunt opwaarderen, met wat wij 'flexibele recepturen' noemen. Wij hebben veel best practices in mengen, in het maken van toepassingen én in het commercialiseren."