Prof. Jan Jonker: Een ‘cry for change’ die ook de recycling aangaat

BEM-circle december 2020

Prof. Jan Jonker, hoogleraar Duurzaam Ondernemen, bij naderend afscheid

Door: Arjen van der Sar

Hij schreef honderden wetenschappelijke artikelen en 35 boeken over tal van aspecten van circulair ondernemen. Maar als prof. Jan Jonker bij zijn naderende afscheid als hoogleraar Duurzaam Ondernemen de balans opmaakt, dan lijkt een lichte teleurstelling te overheersen. "De omwenteling naar duurzaam en circulair gaat in onze samenleving niet snel genoeg", verklaart hij. En dat heeft ook invloed op de kansen van autobandenrecycling. 

Prof. Jan Jonker heeft tijdens zijn loopbaan aan de Radboud Universiteit in Nijmegen wel vaker een bommetje laten ploffen. Hij schuwde het lanceren van krasse denkbeelden niet en werd ook wel eens – terecht of onterecht – gelabeld als 'activistische' hoogleraar. Jonker is niet de man van oeverloos polderen, van eeuwig compromissen sluiten en jaar na jaar een centimetertje opschuiven. De reden: als je echt rigoureus de weg naar circulair denken en ondernemen wilt inslaan, dan zijn keiharde keuzes noodzakelijk.

Zijn officieuze afscheidsrede, de onlangs door hem uitgesproken Duurzame Troonrede, was daar weer het voorbeeld van. Jonker presenteerde daar geen enerzijds-anderzijds-achtige redenering, maar een verzameling van zeven krasse breekijzers. Breekijzers die serieuze overweging verdienen bij onze regering, het bedrijfsleven en ja, ook bij bandenfabrikanten en iedereen die met rubberrecycling en toepassing ervan bezig is. "Die term is uiteraard bewust gekozen", zegt de hoogleraar die in 2016 een Duurzaam Lintje ontving voor zijn werk, tegen dit magazine.

Stevige toon

Het punt, uitgesproken op – voor deze rede – ongewoon stevige toon, is: "Nederland moet binnen tien jaar de transitie naar duurzaamheid maken door in te zetten op een combinatie van de zeven transitiemechanismen. Deze mechanismen vormen feitelijk een groot pleidooi om te investeren in transitie met het oog op duurzaamheid. We zullen in Nederland de moed moeten hebben om de voorgestelde transities doortastend aan te pakken. Ik hou me al die jaren bezig met duurzaamheid en circulaire economie en nieuwe businessmodellen. Mijn zorgen van vandaag liggen op systeemniveau. Ik predik al jaren dat het anders moet, dat we duurzamer en meer circulair moeten leven én ondernemen. De feitelijke veranderingen blijven achter bij de urgentie."

Energieverbruik vergroenen

We zeggen dat we inzetten op alternatieve energie, maar we slagen er niet eens goed in om ons huidige energieverbruik te vergroenen, verzucht de hoogleraar. "Laat staan dat we de groeiende energievraag met iets groens kunnen beantwoorden. Ons antwoord op de urgentie van de klimaatverandering is niet toereikend. Dat is deels een kwestie van prioriteit: geven we zeven miljard uit om de conventionele olie-industrie fiscaal vriendelijk te bejegenen, of besteden we datzelfde geld liever om een echte transitie te maken?"

"We komen er met de transitie niet als we kleine stapjes zetten, dat moeten stevige stappen zijn. We moeten durven zeggen: tussen nu en 2030 gaan we die transitie voorrang geven. Die visie, overtuiging en daadkracht mis ik in Nederland. We zullen aan de systeemkant moeten beginnen en dat is lastig; dat zal met breekijzers moeten."

Er is natuurlijk wel íets bereikt. Er is een beleid op hoofdlijnen voor de circulaire economie, met het Grondstoffenakkoord, de Transitie Agenda's en de Circulaire Uitvoeringsagenda, maar als een ondernemer graag circulair aan de slag wil, bijvoorbeeld met hergebruik van cv-ketels, dan zal de boekhouder hem al snel vertellen dat een ketel na zoveel jaar is afgeschreven en op de balans geen restwaarde meer heeft."

Grootste belemmeringen

Dat is één van de grootste belemmeringen voor de realisatie van een werkelijk circulaire economie. We hebben een afschrijvingseconomie en circulair ondernemen lukt alleen echt goed in een economie van waardebehoud. Concreet? "Dan moeten we de boekhoudkundige regels veranderen. Anders blijven ondernemers die echt circulair willen werken tegen dezelfde muur oplopen."

We hebben het hier over één van de meest radicale stappen in het gedachtegoed van de hoogleraar. Zijn voorstel: in tien jaar tijd switchen van een afschrijvingseconomie naar een economie voor waardebehoud. "Zorg ervoor dat 'residual value' ook echte waarde is door te kijken naar het eindproduct, de onderdelen én de grondstoffen die je kunt terugwinnen."

En daarna? Hoe werkt dit door in – bijvoor-beeld – de context van auto's en autobanden? Prof. Jonker: "Ontwerp een auto of een autoband zodanig, dat de grondstoffen weer zo zuiver mogelijk teruggewonnen kunnen worden. Het materialenpaspoort voor de auto is een sleutelonderdeel in deze redenering. Die auto moet gedataficeerd worden, zodanig dat elk onderdeel moleculair verantwoord wordt. Na demontage komt de kunststof in het verwerkingstraject, waarbij de grondstof op molecuulniveau wordt teruggewonnen. Dat kan alleen als het ontwerptraject voor auto's transparanter wordt en gericht is op circulariteit. Dus niet slechts recyclen, maar echt terugwinnen: daar moet de focus op liggen. Bij auto's en ook bij autobanden."

Visie autobranche

Hoe zou de autobranche visie kunnen tonen? "Door te zeggen: in 2030 is elke auto elek-trisch, in 2040 is elke auto die van de band afrolt CO2-neutraal, in 2050 heeft elke nieuwe auto een materialenpaspoort en is voor 95 procent 'cloud designed', transparant en circulair. Ontworpen met materie die goed, duurzaam en slim uit elkaar te halen is tot op het niveau van herwonnen grondstoffen. Een taak voor de auto-industrie en de autorecycling!"

Er zullen ook pijnlijke besluiten genomen moeten worden. Zoals: "Vervuiling belasten. Dat zorgt ervoor dat we zuiniger worden op grondstoffen. Schoon produceren wordt dan interessanter, met maximaal behoud van de eigenschappen van grondstoffen. Een auto is een verzameling grondstoffen op wielen, zo moeten we dat gaan zien. Ik wacht op de dag dat we apparaten, en ook auto's, een gebruikspaspoort meegeven met details over het gebruik en over het recyclepercentage. Lever je het apparaat na zoveel jaar in dan is volgens het paspoort een bepaalde waarde nog gegarandeerd."

Voor dit alles is een ommezwaai, een echte transitie nodig. En: pijnlijke, vrij radicale keu-zes. Prof. Jonker citeert EC-voorzitter Ursula von der Leyen: "We hebben maar één keuze en dat is duurzaam worden, sprak zij onlangs. Dat is visie. Visie die je moet vertalen in echte acties, in verandering. In dat opzicht was mijn duurzame troonrede, mijn officieuze afscheidsrede, een regelrechte 'cry for change'."

De zeven breekijzers van Prof. Jan Jonker

  1. Verschuif het belasten van arbeid naar het belasten van gebruik van grondstoffen, uitstoot en vervuiling en bouw te-gelijkertijd stelselmatig de fiscale bevoorrechting van het gebruik van fossiele bronnen in industrie en dienstverlening af.;
  2. Laten we voortvarend een herziening van het fiscale systeem ter hand nemen met het oog op waardebehoud en niet op basis van afschrijving en verdis-conteer de waarde(n) van sociaal en ecologisch kapitaal in accoun-ting principes en regels.;
  3. Werk in dit decennium toe naar echte prijzen op basis van het verdisconteren van inte-grale kosten zoals CO2, stikstof, toxiciteit of leefbaar loon – het ex-ternaliseren van die kosten moet stoppen ondanks de grote impact die dit economisch gaat hebben.;
  4. Geef meer ruimte voor het organiseren door burgers samen met bedrijven en de overheid van collectieven rond onder andere voedsel, energie en mobiliteit en geef dit een passende juridische inbedding en fiscale stimulans.;
  5. Maak producenten stapsgewijs verantwoordelijk voor de circulaire levenscyclus van hun product en combineer dit met verdienstelijking, langere garantietermijnen, statiegeld en cashback-mechanismen zoals retourpremiesystemen.;
  6. Belast vermogen en niet arbeid en nivelleer economische ongelijkheid mede door hogere vermogensaanwasbelasting waardoor generationele solidariteit gestimuleerd wordt.Ondersteun dit met een basisinkomen voor iedereen. In Nederland is economische ongelijkheid een onderbelicht thema.
  7. Investeer in het uitfaseren van bedrijven die niet bijdragen aan maatschappelijke en ecologische waarden door te beprijzen en te belasten.