Kees van Oostenrijk: Doorpakken met devulkanisatie

BEM-circle december 2020

Het MOOIER-consortium is officieel nog 'in oprichting', de formaliteiten worden nog afgerond. In dit artikel spreekt Kees van Oostenrijk, directeur van RecyBEM, zich uit over zijn motieven om mee te doen en over zijn verwachtingen.

RecyBEM begeleidt consortium-in-oprichting van innovatoren in bandenrecycling

Door: Arjen van der Sar

Meer circulariteit bij rubberproducten zoals autobanden, wie wil dat niet? Er worden in Nederland op verschillende vlakken – zoals de ontwikkeling van devulkanisatietechniek – successen geboekt. "Maar voor echte, concrete en meetbare vooruitgang is samenwerking tussen verschillende partijen nodig", zegt RecyBEM-directeur Kees van Oostenrijk, die daarmee de gedachte schetst achter de voorgenomen vorming van het MOOIER-consortium van negen partijen, die samen een 'boost' willen geven aan onderzoek en innovatie in rubberrecycling.

Waarom dit initiatief en waarom nu? Van Oostenrijk: "Laat ik me-teen duidelijk zijn: het sluiten van de kunststofketen voor rubber is net zo belangrijk als voor andere kunststoffen, de impact op de Nederlandse CO2-uitstoot is relevant, zoals bij vele producten en grondstoffen. Het belang van recyclen gaat het kennis- en ervaringsniveau van indivi-duele bedrijven te boven. Samen innoveren is veel effectiever. Dat wordt mogelijk, nu we partijen uit de driehoek wetenschap, bedrijfsleven en branche-organisaties/overheid bij elkaar brengen."

Hoe staan we er voor?

Recycling van banden zit nog grotendeels in de fase van mechanische verwerking. We knippen, halen het staal en het textiel eruit. We snijden, filteren en maken granulaat, zo fijn mogelijk. Het is een compound die je kan herverwerken, een combinatie van rubber en kunststof. Daar is steeds meer belangstel-ling voor, onder meer voor de productie van auto-onderdelen en andere producten. Maar de virgin grondstof rubber, de oorspronkelijke grondstof, die je kunt gebruiken in de productie van nieuwe banden, heb je daarmee nog niet in handen. Daar zijn andere technieken voor nodig, met name devulkaniseren, de omgekeerde chemische weg van het vulkaniseren van rubber voor het kunnen maken van de nieuwe band. Het chemisch ontleden van de band levert de hoogwaardige grondstof terug die in nieuwe banden kan worden gebruikt, of in andere producten.Bij de verwerking van truck- en autobusbanden gaat de devulkanisatie-innovatie wat sneller, omdat daar vooral eenvoudiger natuurrubber in wordt toegepast. Voor personenautobanden wordt vooral SBR – een mengsel van styreen, buteen en rubber – gebruikt. Bij deze banden staat de ontwikkeling van devulkanisatie feitelijk nog in de kinder-schoenen. Het consortium wil daar iets aan doen: de inzetbaarheid van devulkanisatie zodanig vergroten dat de inzet van gerecy-cled rubber in autobanden omhoog kan. Die is nu nog zo'n 1 tot maximaal 3 procent, dat moet op termijn naar 10 tot 20 procent. En als het kan ook voor andere toepassingen dan autobanden."

Gaat het alleen om innovatie in devulkanisatie?

"We moeten ook op andere vlakken innoveren. De overheid wil graag zien dat grondstof-fen worden herverwerkt in de productie van het oorspronkelijke product, dus in banden. Dat vraagt van ons dat we ook sorteertechnie-ken ontwikkelen die het mogelijk maken dat Michelin, Vredestein en andere fabrikanten hun eigen autobanden terugkrijgen. Voor een deel gebeurt dat al met de hand, maar met de juiste technologie moet dat gemakkelijker en efficiënter kunnen. Ook moeten scheidings-technieken in de herverwerkingsfase verder doorontwikkeld worden. Je moet kunnen sorteren op basis van de criteria die je op den duur definieert.

Wat kan het initiatief brengen op het gebied van CO2-uitstoot?

"We willen de CO2-emissies in de processen serieus terugbrengen en zijn daarom op voorhand blij met de inbreng van Universiteit Twente en van de HBO Windesheim in Zwolle, instellingen waar veel onderzoek wordt verricht naar kunststof en rubber. Wij denken aan een kosteneffectieve CO2-reduc-tie door hergebruik van materiaal. We richten ons op een besparing van 75-150 kton CO2 in Nederland op jaarbasis."

Echte resultaten dus.

"Zeker. De doelen van de samenwerking zijn zeer concreet: meer gedevulkaniseerd ma-teriaal inbrengen in de productieprocessen van (auto)banden en overige general rubber goods (technische rubberproducten), waarbij we met LCA's en economische impactmodel-len toetsen welke routes een kosteneffectieve CO2-reductie teweegbrengen. Zo weten we precies wat de kosten en opbrengsten zijn van afvalstromen en toepassingsstromen voor gebruikte banden. Daarvoor hebben we zelf met ARN en STIBAT, andere producen-tenorganisaties voor autowrakken, batterijen accu's, een rekenmodel voor ontwikkeld, Ecotest. Geeft verwerkers direct inzicht in de circulaire bijdrage van hun activiteiten in CO2-besparing, energie, (fossiele) grondstoffen, etc."

Zeker niet vrijblijvend.

"Het RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, red.) stelt duidelijke eisen voor erkenning en steun. We hebben een vier-jarenprogramma met projecten en doelen, waar de organisatie zich nog over buigt. Ze willen duidelijk zien wat de vooruitgang is die we voor ogen hebben. Inderdaad, zéker niet vrijblijvend."

De rol van RecyBEM?"

Wij voeren de producentenverantwoordelijk-heid uit, volgens het Besluit beheer autobanden uit 2004. Daar hoort ook het initiëren van vernieuwing bij – de fabrikanten en importeurs hebben duidelijke verwachtingen van ons. Gebruikte banden terugnemen en deze zo milieuvriendelijk en effectief mogelijk recyclen, met een maximale bijdrage aan de circulaire economie: daar gaat het om.

Het initiëren van ontwikkeling op dat terrein past ons zeer – samen met de kennispart-ners en de marktpartijen die in MOOIER aan innovatie gaan werken. Wij brengen de verschillende schakels in dit proces bij elkaar, bewaken en volgen het routeboek, en rapporteren namens het consortium met de penvoerder van het consortium, Hogeschool Windesheim uit Zwolle.

 

Wie vormen MOOIER?

In het MOOIER-consortium in oprichting (Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie in (ELT) Rubber) doen de volgende partners mee: Apollo Vredestein B.V., RecyBEM/Band en Milieu, Universiteit Twente, Windesheim, DRI Rubber B.V., Tyromer Europe B.V., Rubber Upcycling B.V., Ceyes B.V. en GBN Artificial Grass Recycling B.V. Samen gaan zij, met RecyBEM als (keten)regisseur werken aan wat Kees van Oostenrijk omschrijft als "het sluiten van de keten voor rubberproducten". De RecyBEM-bestuurder: "Dit is een krachtige combinatie van organisaties die innovatie als het ware in hun DNA hebben zitten en op bepaalde terreinen al heel actief zijn."

Doelen, resultaten

Het consortium wil met dit project de volgende resultaten bereiken:

  1. Het consortium wil met dit project de volgende resultaten bereiken:Opschaling en uitbreiding inzetbaarheid van mechanische en chemische devulkanisatie (devulkanisatie SBR).
  2. Inzet gerecycled rubber in autobanden verhogen van ~1% naar 10-20%.
  3. Significante verhoging inzet rubber in overige bandensoorten en general rubber goods.
  4. Geoptimaliseerde materiaalstromen tussen ketenpartijen.
  5. Processen beschikbaar voor de voorscheiding van onder meer loopvlak, type rubber (synthetische rubber vs natuurrubber), kwaliteitscategorieën rubber.
  6. Kosteneffectieve CO2-reductie door hergebruik materiaal (besparing van 75-150 kton CO2 in Nederland op jaarbasis).
  7. Kennisplatform opgericht waarmee adviezen uitgerold kunnen worden naar Europese markt.