Jannes Bouman: “Blijf de ontwikkeling van duurzaamheid, tech en toepassingen aanjagen”

BEM-circle december 2020

Door: Arjen van der Sar

Vertrekkend bestuurslid Jannes Bouman moedigt RecyBEM aan

Jannes Bouman, Band&Milieu-bestuurslid van het eerste uur, zwaait af. De Senior Vice President van PON treedt af, na ruim vijftien jaar actieve betrokkenheid bij het reilen en zeilen van de organisatie. Bij zijn afscheid stelt hij twee dingen vast. Eén: "De RecyBEM-systematiek staat als een huis." Twee: "De organisatie moet absoluut de initiërende aanjager blijven in het duurzamer maken van bandenrecycling – en daarbij de bandenproducenten scherp houden, zodat die actief meedoen in vergroening en circulariteit."

Bouman (51), die vertrekt bij PON, kijkt met een vorm van ontzag terug op de ontwikkeling van RecyBEM, nu ruim zestien jaar geleden. "Want we moeten niet vergeten: de founding fathers Rob Oudshoorn, Jaap Adrian en Kees van Oostenrijk hebben destijds een aantal partijen bij elkaar gebracht die niet vanzelf goed samenwerkten. Fabrikanten zagen elkaar aanvankelijk alleen als concurrent, maar het bleek mogelijk om ze op basis van een welbegrepen gezamenlijk belang een duw in de goede richting te geven."

Het streven om samen te voldoen aan de wettelijke verplichting tot inzameling werd ingevuld met pragmatisme. Jannes Bouman: "We moeten dit organiseren, fixen, anders hebben we een probleem. Dat is uiteindelijk gebeurd – in de jaren dat ik erbij was op een heel constructieve manier. En in de loop van de jaren is het verder ingevuld en verfijnd, er kwam certificering en handhaving. Geen makkelijke klus, maar RecyBEM pakte goed door en het vertrouwen groeide. Je mag het systeem inmiddels heel succesvol noemen."

Het hogere doel

Naast het optuigen van het systeem kwam het hogere doel steeds nadrukkelijker in beeld. Een percentage van de ingezamelde banden moest op verantwoorde wijze worden gerecycled. RecyBEM ging zich ook bezig-houden met bevordering van duurzaamheid en circulariteit, het ontwikkelen van nieuwe technologieën om grondstoffen uit banden terug te winnen en het zoeken naar nieuwe toepassingen.

"Dat gaat goed. We recyclen meer banden dan de overheid vraagt. En de organisatie is betrokken bij ontwikkeling van technologieën – denk aan pyrolyse en devulcanisatie – en bij het vinden van nieuwe toepassingen. Maar de uitdagingen zijn er ook, denk aan fijnstof en microplastics. Uiteindelijk zal RecyBEM de oplossingen niet kunnen voortbrengen. Het zal de bandenindustrie moeten zijn die hier actie op moet nemen. De praktijk is dat daar terughoudendheid heerst." Bouman zag onlangs een documentaire over jonge onderzoekers die een methode vonden om microplastics af te vangen tijdens het rijden om zo te voorkomen dat het in het milieu terechtkomt. "Een prachtige ontwikkeling, maar wel een die van buiten de industrie moest komen. En dat terwijl er in die indus-trie voldoende goede ingenieurs werken die in staat moeten zijn met zoiets te komen. Daar gebeurt niet veel."

Schone taak

Hier ligt dus voor de komende jaren een schone taak voor RecyBEM, volgens het scheidende bestuurslid. "RecyBEM-organisatie is te klein om alle problemen van de wereld op te lossen. Wel kan het initiatieven nemen, goede ideeën laten groeien en partijen zoals de bandenproducenten wijzen op hun verantwoordelijkheden. Dat doen Kees van Oostenrijk en Joost Kester Jacobs al voortdurend, in de verschillende organen waarin ze hun rol spelen – en daar moeten ze mee doorgaan: zorg dat duurzaamheid een integrale aanpak krijgt, die begint bij de producent. Die kiest immers de grondstoffen, de processen en daarmee de kansen voor recycling en circulariteit. Zij bepalen in feite de kansen voor terugwinning en hergebruik."

Tenslotte, een goede raad van het scheidende bestuurslid: "Hou het RecyBEM-systeem goed overeind. En blijf geld stoppen in duurzaamheid en recyclebaarheid. Zoek goede part-ners, steun ze. En help ze goede ingangen te vinden in de bandenindustrie."